De Wet op de Artificiële Intelligentie

Een bewerkte versie van deze bijdrage is gepubliceerd op platform VerderDenken.nl van het Centrum voor Postacademisch Juridisch Onderwijs (CPO) van de Radboud Universiteit Nijmegen. https://www.ru.nl/cpo/verderdenken/columns/wet-artificiele-intelligentie-belangrijkste-punten/

Nieuwe regels voor AI gedreven producten, diensten en systemen

Op 21 april 2021 presenteerde de Europese Commissie haar langverwachte Wet op de Artificiële Intelligentie (AI). Deze concept Verordening geeft regels voor de ontwikkeling, commodificatie en gebruik van AI gedreven producten, diensten en systemen binnen het territorium van de Europese Unie. Het was bemoedigend te zien dat het team van President Ursula von der Leyen een belangrijk aantal van onze strategische aanbevelingen op het gebied van de regulering van AI heeft overgenomen, danwel zelfstandig tot dezelfde conclusies is gekomen.

Doelstellingen wettelijk kader voor AI

De concept Verordening biedt horizontale overkoepelende kernregels voor kunstmatige intelligentie die op alle industrieën (verticals) van toepassing zijn. De wet beoogt de hoge maatstaven van het EU Trustworthy AI paradigma te codificeren, dat voorschrijft dat AI wettig, ethisch en technisch robuust dient te zijn en daartoe 7 vereisten hanteert.

De Wet op de Artificiële Intelligentie heeft de volgende 4 doelstellingen:

“1. ervoor zorgen dat AI-systemen die in de Unie in de handel worden gebracht en gebruikt, veilig zijn en de bestaande wetgeving inzake grondrechten en waarden van de Unie eerbiedigen;

2. rechtszekerheid garanderen om investeringen en innovatie in AI te vergemakkelijken;

3. het beheer en de doeltreffende handhaving van de bestaande wetgeving inzake grondrechten en veiligheidsvoorschriften die van toepassing zijn op AI-systemen, verbeteren;

4. de ontwikkeling van een eengemaakte markt voor wettige, veilige en betrouwbare AI-toepassingen vergemakkelijken en marktversnippering voorkomen.“

Risico gebaseerde aanpak kunstmatig intelligente applicaties

Om deze doelstellingen te realiseren combineert de concept Artificial Intelligence Act een risk-based approach op basis van de pyramid of criticality, met een modern, gelaagd handhavingsmechanisme. Dit houdt onder meer in dat er voor AI applicaties met een verwaarloosbaar risico een licht wettelijk regime geldt, en onacceptabel risico applicaties verboden worden. Tussen deze 2 uitersten gelden er naarmate het risico toeneemt strengere voorschriften. Deze variëren van vrijblijvende zelfregulerende soft law impact assessments met gedragscodes, tot zwaar, multidisciplinair extern geauditeerde compliance vereisten inzake kwaliteit, veiligheid en transparantie inclusief risicobeheer, monitoring, certificering, benchmarking, validatie, documentatieplicht en markttoezicht gedurende de levenscyclus van de toepassing.

Handhaving en governance

De definitie van hoog risico AI applicaties binnen de diverse industriële sectoren is nog niet in steen gehouwen. Een ondubbelzinnige risicotaxonomie zal bijdragen aan rechtszekerheid en biedt belanghebbenden een adequaat antwoord op vragen over aansprakelijkheid en verzekering. Om ruimte voor innovatie door SME’s waaronder tech-startups te waarborgen, worden er flexibele AI regulatory sandboxes geïntroduceerd en is er IP Action Plan opgesteld voor intellectueel eigendom. De concept Verordening voorziet tenslotte in de installatie van een nieuwe handhavende instantie op Unieniveau: het European Artificial Intelligence Board. De EAIB zal op lidstaatniveau worden geflankeerd door nationale toezichthouders.

Meer lezen

Nieuw naburig recht voor uitgevers schiet zijn doel voorbij

Dit blog is een transcript van het interview dat AIRecht Managing Partner en Stanford Law School Fellow mr. Mauritz Kop op 1 februari 2021 gaf aan Reinier Kist, Redacteur Digitale Media bij NRC Handelsblad, over intellectueel eigendom en nieuwsaggregatie. Het artikel in NRC is hier te raadplegen: Techbedrijven versus Nieuwsmedia - De grootste nieuwsgrazers betalen liever niet voor journalistiek.

Vergoedingen voor nieuwsaggregatie

Regeringen in Australië, Frankrijk en Nederland proberen machtige tech platforms zoals Google en Facebook te dwingen om te betalen voor het met commercieel oogmerk linken naar en weergeven van korte stukken tekst uit nieuwsartikelen. Het gaat hier om vergoedingen voor nieuwsaggregatie. Hierbij spelen auteursrechten, naburige rechten, fiscaal recht, het contractenrecht en het mededingingsrecht een rol. We zoomen hieronder in op het nieuwe naburige recht voor uitgevers van nieuwsmedia en journalistieke content, dat door de Europese wetgever in artikel 15 van de recente Richtlijn inzake auteursrechten in de digitale eengemaakte markt (Directive on Copyright in the Digital Single Market) wordt geïntroduceerd.

Wordingsgeschiedenis van de nieuwe EU Copyright Directive

1. Een belangrijke vraag in het artikel is hoe de implementatie van de Europese copyrighthervorming in Nederland ervoor staat, en of we een Franse licentiedeal ook hier ten lande kunnen verwachten.

Laten we beginnen bij de wordingsgeschiedenis van de nieuwe Copyright Directive. Het gaat bij de EU Copyright Reform om 3 doelstellingen die in de huidige marktconstellatie niet goed verenigbaar zijn. Dit zijn toegang tot hoge kwaliteit legale content voor consumenten (1), een innovatievriendelijk klimaat voor SME’s waaronder startups (2) en handhaving van auteursrechten (3). Daarnaast werd er bij de totstandkoming van deze richtlijn, en tijdens de publieke consultatie stevig gelobbyd door belanghebbenden. Zoals auteursrechthebbenden, collectieve rechteninstanties, consumentenbelangengroepen, online platforms en uitgeverijen. We zagen vervolgens bepaalde wensen van deze partijen terugkomen in de wetsvoorstellen, zowel op Europees als op nationaal niveau. Omdat die wensen vaak compleet tegengesteld zijn aan elkaar, is het resultaat van deze Europese wetgevingsinspanning een ingewikkeld compromis.

Het introduceren van nieuwe lagen IP rechten is zelden een goed idee

We zien dat de verdienmodellen van de oude contentindustrie, het momenteel afleggen tegen de verdienmodellen van de grote internetplatforms. Overheden willen een gezonde markt en een divers ecosysteem voor nieuwsgaring in stand houden. Dat is belangrijk in een democratie. Dat betekent dat je soms corrigerend moet optreden door het introduceren van wetgeving. De vraag is echter of die wetgeving effectief zal zijn. Want als het over 10 jaar niet blijkt te werken, kom je er moeilijk vanaf! Dit geldt des te meer voor intellectuele eigendomsrechten. Het introduceren van nieuwe lagen IP rechten om de effecten van technologische innovatie op de markt en de maatschappij in balans te brengen, is zelden een goed idee. Een voorbeeld van zo’n mislukt wetgevingsproject is de Databankenrichtlijn, die bedoeld was om EU bedrijven een minder nadelige concurrentiepositie te geven ten opzichte van Amerikaanse bedrijven. Maar ook de Copyrightrichtlijn dreigt te ontaarden in een mislukt project en wordt door experts inmiddels algemeen beschouwd als een degeneratie van het auteursrecht.

Meer lezen

Distributiecontracten, Online Verkoop en de Mededingingswet

Onze cliënten stellen ons regelmatig vragen over distributiecontracten, mededinging en online verkoop. Wat moet er eigenlijk allemaal in een distributieovereenkomst staan? Heb ik inkoopvoorwaarden nodig? Bestaat er zoiets als onbegrensde contractvrijheid? En hoe maak ik afspraken met mijn dealernetwerk, zonder dat consumentenrechten worden geschonden? Afspraken die eerlijke concurrentie en marktwerking eerbiedigen?

Wat moet er in een distributiecontract tussen producent en distributeur staan?

Fabrikant en dealer dienen juridisch valide afspraken te maken over de details van de distributie van producten. Die afspraken maken we schriftelijk, op papier dus, en leggen we neer in een distributieovereenkomst. De details zijn uiteraard afhankelijk van de branche, de industrie of de economische sector waarin producent, distributeur of wederverkoper werkzaam zijn, en van de omvang van hun marktaandeel. Ook is het van belang of verkoop aan de consument online in een webwinkel, of offline in een fysieke winkel plaatsvindt of beide.

Groothandel in consumentenelektronica, distributie en wederverkoop

Stel, een groothandel (danwel een fabrikant of producent) specialiseert zich in de verkoop van consumentenelektronica. Zij maakt daarbij gebruik van een distributieketen van door haar geselecteerde wederverkopers. Verkoop vindt plaats via de fysieke winkels van distributeurs, maar tevens online, via webshops. De groothandel is marktleider in het betreffende segment.

Contractvrijheid tussen partijen

Bij het maken van schriftelijke afspraken geldt het beginsel van contractvrijheid tussen partijen. Daarbij gaat het om de rechtsverhouding tussen partijen. Maar deze afspraken dienen natuurlijk ook fair te zijn richting derden, zoals consumenten en de concurrentie. Marktbederf dient te worden voorkomen. Indien er sprake is van een marktaandeel, of een de facto monopolie, dan kunnen voorschriften uit dwingende Europese en Nederlandse wetgeving inzake mededinging, zoals artikel 101 VWEU en artikel 6 van de Mededingingswet (Mw), in de weg staan aan deze contractvrijheid. Een en ander is echter afhankelijk van alle omstandigheden van het geval.

Wat doet de Autoriteit Consument en Markt (ACM)?

De Autoriteit Consument en Markt (ACM) ziet er op toe dat consumentenbelangen worden beschermd, en dat bedrijven op een eerlijke manier met elkaar concurreren. De ACM biedt informatie aan ondernemers over het verkopen van producten en diensten aan consumenten, en richtsnoeren over concurrentie, marktwerking en eerlijke samenwerking tussen bedrijven. Denk aan gedragsregels omtrent prijsafspraken, kartelvorming, concurrentie met overheden, fusies, overnames en joint ventures, maar ook aan regels voor samenwerking tussen ondernemers op het gebied van duurzame innovatie en maatschappelijk verantwoord ondernemen. De ACM heeft als missie om spelregels voor bedrijven en consumenten -waaronder ieders rechten en plichten- te geven en te handhaven op het gebied van concurrentie en marktwerking en als zodanig bij te dragen aan een gezonde economie.

Meer lezen

Clearance van Muziek in Videoclips: Hoe zit dat Juridisch?

Hoe regel ik de rechten van muziek die ik wil gebruiken in een film of een game? Syncen van beeld en geluid, hoe zit dat juridisch? Bij wie moet ik zijn voor een licentie voor gebruik van een dancetrack in een reclamespotje of een muziekvideo? En zitten er ook intellectuele eigendomsrechten op de videoclip zelf?

Syncen van beeld met geluid

U mag niet zonder toestemming van de componist, tekstschrijver en de uitvoerende artiesten muziek met video synchroniseren en uploaden, ook niet naar uw eigen website laat staan naar social media. De makers hebben een verbodsrecht en een vergoedingsrecht. Dat volgt uit de Auteurswet en de Wet naburige rechten. Er zal toestemming moeten worden gevraagd voor het muziekgebruik, online en offline. In de vorm van een schriftelijk licentiecontract waarin staat onder welke voorwaarden u beeld met geluid mag combineren en commercieel exploiteren. Dit geldt ook voor Youtube en Vevo muziekvideo’s. U krijgt gedurende het clearance-traject voor de videoclip met verschillende partijen rechthebbenden te maken zoals platenlabels, uitgeverijen (publishers), muzikanten, nabestaanden alsook Buma/Stemra.

Clearance-traject videoclip: verschillende partijen

Door de clearance van de muziekrechten correct te regelen voorkomt u auteursrechtenclaims, takedowns, verwijderde social media accounts en aansprakelijkheid nadat u de videoclip heeft geüpload. Er bestaan geen standaardtarieven voor het syncen van muziek met beeld. Hierover kan worden onderhandeld. Ook kan toestemming geweigerd worden vanwege het verbodsrecht van de componist. Er kunnen dus geen garanties worden gegeven. Hou daarom altijd een alternatief achter de hand en zorg dat u de clearance ruim voor de project deadline in werking zet. Wij kunnen u hierbij terzijde staan.

Syncen: bij wie liggen de muziekrechten?

Stap 1 is dat wij uitzoeken waar de muziekrechten van de titel liggen en bij wie u vervolgens moet zijn. Er kunnen vervolgens schriftelijke afspraken worden gemaakt over zaken als looptijd, exclusiviteit, territorium en MFN Clausules (Most Favored Nations), hetgeen wil zeggen dat er bij een situatie waarin bijvoorbeeld de publishingrechten versnipperd zijn over 5 uitgeverijen, alle publishers zich conformeren aan de hoogste vraagprijs op basis van 100% uitgaverechten. Bij MFN gaat het derhalve om gelijke behandeling van de rechthebbenden, onafhankelijk van ieders rechtenpercentages.

Meer lezen

Een Juridisch-Ethisch Kader voor Quantum Technologie

Een bewerkte versie van deze bijdrage is gepubliceerd op platform VerderDenken.nl van het Centrum voor Postacademisch Juridisch Onderwijs (CPO) van de Radboud Universiteit Nijmegen. https://www.ru.nl/cpo/verderdenken/columns/we-nederland-voorbereiden-kwantumtoekomst/

Nederland moet zich voorbereiden op de toepassing van kwantumtechnologie, zegt jurist en Stanford Law School Fellow Mauritz Kop. Op het gebied van regulering, intellectueel eigendom en ethiek is er nog veel werk aan de winkel.

De Quantum Age roept veel juridische vragen op

Het gedrag van de natuur op de kleinste schaal kan vreemd en contra-intuïtief zijn. Hoe kunnen beleidsmakers de toepassingsgebieden van kwantumtechnologie, zoals quantum computing, quantum sensing en het quantum internet op een maatschappelijk verantwoorde manier reguleren? Dienen ethische kwesties een rol te spelen in regulering? De Quantum Age roept veel juridische vragen op.

Hoe kunnen we kwantumtechnologie reguleren?

Regulering van transformatieve technologie is een dynamisch, cyclisch proces dat de levensduur van de technologie en de toepassing volgt. Het vraagt om een flexibel wetgevend systeem dat zich snel kan aanpassen aan veranderende omstandigheden en maatschappelijke behoeften.

De eerste regelgevende stap om te komen tot een bruikbaar juridisch-ethisch kader is het koppelen van de Trustworthy AI-principes aan kwantumtechnologie. Die vullen we vervolgens aan met horizontale, overkoepelende regels die recht doen aan de unieke natuurkundige eigenschappen van quantum. Aan deze horizontale kernregels voegt de wetgever tenslotte verticale, industrie- of sectorspecifieke voorschriften toe. Die verticale voorschriften en gedragscodes zijn risk-based en houden rekening met de uiteenlopende behoeftes van economische sectoren waar het duurzame innovatiestimuli betreft. Zo ontstaat een gedifferentieerde, sectorspecifieke benadering aangaande incentives en risks.

Bewustwording van ethische, juridische en sociale aspecten

Een belangrijk onderdeel van het synchroniseren van onze normen, waarden, standaarden en principes met kwantumtechnologie is het creëren van bewustwording van de ethische, juridische en sociale aspecten ervan. De architectuur van systemen die zijn uitgerust met kwantumtechnologie moet waarden vertegenwoordigen die wij als samenleving belangrijk vinden.

Vooruitlopend op spectaculaire doorbraken in de toepassing van kwantumtechnologie is de tijd nu rijp voor regeringen, onderzoeksinstellingen en de markt om regulatoire en intellectuele eigendomsstrategieën voor te bereiden die passen bij de power van de technologie.

Nederland moet zich voorbereiden op een kwantumtoekomst, want die komt eraan.

Meer lezen

Dit zijn de waarborgen bij de versnelde marktintroductie van vaccins

Deze column is gepubliceerd op platform VerderDenken.nl van het Centrum voor Postacademisch Juridisch Onderwijs (CPO) van de Radboud Universiteit Nijmegen. https://www.ru.nl/cpo/verderdenken/columns/waarborgen-versnelde-marktintroductie-vaccins/

De eerste COVID-19 vaccins zijn in zicht

Veel mensen maken zich zorgen over de versnelde introductie van coronavaccins. "Begrijpelijke vragen, begrijpelijke zorgen. Gelukkig is de werkelijkheid een stuk genuanceerder", zegt jurist Suzan Slijpen. In dit artikel gaat zij in op de waarborgen bij de versnelde marktintroductie van vaccins.

De eerste COVID-19 vaccins zijn in zicht. Met effectiviteitsmarges van waarschijnlijk 55% tot 95% gloort er eindelijk licht aan de horizon. Het RIVM bereidt de vaccinatiestrategie alvast voor, zodat er snel geschakeld kan worden als het moment daar is.

Het ontwikkelen van geneesmiddelen duurt normaal enkele jaren

Het ontwikkelen van geneesmiddelen duurt normaal enkele jaren. Dat er nu sprake is van enkele maanden lijkt absurd kort. Hoe zorgt men ervoor dat deze middelen veilig zijn? Dat mensen - aan beide kanten van de Atlantische Oceaan - zich hier zorgen over maken is geheel terecht. Hoe voorkom je dat burgers schade oplopen doordat de vaccins en medicijnen toch niet voor iedereen blijken te werken, omdat de toelatingsprocedures te veel zijn versoepeld?

Hoe een vaccin op de markt wordt gebracht

De Nederlandse regering heeft in nauwe samenwerking met Duitsland, Frankrijk en Italië een Joint Negotiation Team gevormd dat onder leiding van de Europese Commissie onderhandelt met vaccinontwikkelaars. Doel: in een vroeg stadium met producenten afspraken maken over de beschikbaarheid van vaccins voor de Europese landen. Als deze producenten erin slagen om een succesvol vaccin te ontwikkelen waarvoor de zogenaamde Market Authorization (MA) wordt verleend door EMA danwel CBG, zou dat tot een beschikbaarheid van zo’n 50 miljoen vaccins (enkel en alleen al voor Nederland) kunnen leiden.

Wie mogen deze vaccins produceren?

Wie mogen deze vaccins produceren? De Geneesmiddelenwet is er heel duidelijk over. Alleen ‘vergunninghouders’ mogen geneesmiddelen, waaronder vaccins, produceren. Dit zijn marktpartijen die een uitvoerige aanvraagprocedure hebben doorlopen, aantoonbaar beschikken over een gedegen farmaceutisch kwaliteitsmanagement systeem en die - na toetsing door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGJ) - een zogenaamde F-vergunning (fabrikantenvergunning) hebben verkregen van Farmatec. Farmatec is onderdeel van het CIBG, een uitvoeringsorgaan van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). De F-vergunning is verplicht voor partijen die geneesmiddelen bereiden, doen bereiden of invoeren.

Meer lezen

Trump mag muziek Rolling Stones niet gebruiken tijdens verkiezingscampagne

Deze blog is een transcript van een live radio 3FM interview dat mr. Mauritz Kop op maandag 6 juli 2020 bij BNN/VARA gaf over muziekrechten en President Donald Trump. Dit naar aanleiding van bekende artiesten als Adele, de Rolling Stones, Tom Petty en Neil Young, die niet willen dat de Amerikaanse president hun muziek gebruikt in zijn verkiezingscampagne. Een succesvol verbod is mogelijk via een uitzondering op de Ascap/BMI "Political Entities License". Uitleg over muziekrechten, licenties en publiek domein in Europa en de Verenigde Staten. Ook aandacht voor IP en artificiële intelligentie.

Wat zijn muziekrechten eigenlijk?

Muziekrechten zijn een verschijningsvorm van intellectuele eigendomsrechten. Muziekrechten worden beschreven in de Auteurswet en de Wet naburige rechten. Zoals rechten van een componist, tekstdichter, uitvoerend muzikant en audioproducent. Zie het als een regenboog van rechtenlagen waarbij elke kleur symbool staat voor een bepaald soort recht, afhankelijk van iemands rol bij het ontstaan van een compositie, lyrics en de audiomaster. In het muziekrecht gaat het vaak over licenties, om toestemming krijgen voor muziekgebruik.

Belangrijker nog, wat kun je ermee?

Deze rechten geven de eigenaar het exploitatierecht, het recht om gebruik door een ander te verbieden en het recht om op te treden tegen derden die het zonder toestemming gebruiken. Auteurs hebben dus een vergoedingsrecht en een verbodsrecht.

Hoe krijg je die rechten? Moet je daarvoor muziek uitbrengen?

Nee, dan verlies je ze juist vaak, met name als je een onevenwichtig contract tekent. Auteursrechten ontstaan vanzelf, als je iets origineels maakt waarbij je creatief bent geweest. Het gaat om een minimum aan creatieve handelingen en originaliteit.

Zit er een leeftijd aan? Stel een artiest zou muziek maken en is 16 jaar? Gaat het dan naar hem/haar of de ouders?

Er zit geen leeftijd aan, wel moet je 18 jaar oud zijn om een muziekcontract rechtsgeldig te kunnen ondertekenen. Anders moeten ouders tekenen als wettelijk vertegenwoordigers. Daarnaast moet je een mens zijn en geen machine. Een slimme robot die muziek produceert krijgt geen auteursrechten. Die muziek komt direct in het publiek domein. Dat onderwerp sluit aan op mijn onderzoeksopdracht aan Stanford University in Silicon Valley, Californië. Dit onderzoek heeft ook met IP te maken en zoekt naar een optimaal innovatieklimaat in zowel Europa als de VS waarbij de maatschappelijke impact van transformatieve technologie zoals AI, quantum computing, blockchain en VR in balans wordt gebracht, met respect voor onze grondrechten en democratische waarden. Ik focus me daarbij op 3 sectoren: Pharma, Voeding en Entertainment, Media en Kunst. Allemaal 1e levensbehoeftes dus! Onderzoeksoutput gaat in de vorm van gepubliceerde artikelen direct naar Brussel en Washington, zodat politici en wetgevers een breder scala aan effectieve beleidsmogelijkheden voorgeschoteld krijgen om uit te kiezen.

Meer lezen

Computer generated works: wie of wat is eigenaar?

Deze column is gepubliceerd op platform VerderDenken.nl van het Centrum voor Postacademisch Juridisch Onderwijs (CPO) van de Radboud Universiteit Nijmegen. https://www.ru.nl/cpo/verderdenken/columns/computer-generated-works-eigenaar/

Nieuwe technologieën roepen nieuwe juridische vragen op. Zo ook computers die creatieve werken maken. Wie of wat is de eigenaar van zo’n werk? Mauritz Kop geeft uitleg.

Machines uitgerust met artificiële intelligentie (AI) begeven zich op het terrein van de schone kunsten. Computers schilderen, schrijven en componeren er ijverig op los. Zo genereerde The Next Rembrandt een 3D-geprint meesterwerk, schilderde The Art and Artificial Intelligence Lab een levensechte Mona Lisa, schreef Kurzweils Cybernetic Poet klassieke sonnetten en produceerde Amper Music een complete muziek-cd. Alles in luttele seconden.

Auteursrechten vestigen is problematisch

Het is voorstelbaar dat er auteursrechten rusten op de voortbrengselen van AI-systemen zelf, zoals kunst, muziek, literatuur, uitvindingen, industriële toepassingen, algoritmes, code en andersoortige scheppingen. Men kan zich als wetgever de vraag stellen of er voor computer generated works sui generis categorieën rechten (met een korte looptijd en zonder persoonlijkheidsrechten) in het leven moeten worden geroepen.

Kunnen IE-rechten überhaupt AI-scheppingen beschermen?

De wet in haar huidige vorm erkent geen niet-menselijke auteursrechten. Auteurschap is fundamenteel verbonden met menselijkheid; met scheppingen van de menselijke geest. Dat vloeit bijvoorbeeld voort uit het bekende Infopaq-arrest van het EU Hof van Justitie uit 2009, al is dit arrest niet geschreven met machine learning en kunstmatige intelligentie in het achterhoofd. Is het dogmatisch en doctrinair correct om aan te nemen dat er geen copyright kan zijn op pure AI creations? AI is per slot van rekening niet menselijk en er is bovendien geen menselijke originaliteit en creativiteit aanwezig. Het korte antwoord luidt: ja.

Algoritmisch auteurschap: goed idee of niet?

In tegenstelling tot de benadering van de EU en de VS, heeft het Verenigd Koninkrijk een computer generated works-regime geïmplementeerd, wat betekent dat de programmeur van de AI het auteursrecht krijgt op de output van de machine. Met andere woorden: het VK, en recentelijk ook de Chinese rechter, breiden het menselijke auteurschap uit naar algoritmisch auteurschap.

AI-machine kan geen copyright bezitten

Auteursrechten kunnen alleen eigendom zijn van rechtssubjecten, dus personen of bedrijven. Een AI-machine kan zelf geen copyright bezitten op AI made creations omdat een AI-systeem geen rechtssubjectiviteit en ook geen rechtspersoonlijkheid bezit. AI-systemen kwalificeren als rechtsobject, niet als rechtssubject.

‘Publiek eigendom uit de machine’ en menselijke interventie

Menselijk auteurschap blijft het normatieve orgelpunt van het intellectuele eigendomsrecht. Delen van het meerlagige, uit het Romeinse recht afkomstige eigendomsparadigma kunnen relevant zijn voor AI. Voortbouwend op dit raamwerk is er een nieuw publiek domein model denkbaar voor AI creations and inventions die de autonomiedrempel overschrijden: res publicae ex machina (publiek eigendom uit de machine).

Meer lezen

Best verdienende dode artiesten van 2018

Royalties uit auteursrechten en merkenrechten

Elk jaar publiceert Forbes een lijstje met de rijkste overleden beroemdheden. BNR Nieuwsradio Ochtendspits interviewde mr. Mauritz Kop van MuziekenRecht.nl op 8 november 2018 over het hoe en waarom van het geld dat dode artiesten nog altijd genereren.

De dode zanger Elvis Presley verdiende vorig jaar 30,1 miljoen euro. Komt al dat geld alleen voort uit royalty’s?

Het geld komt voort uit auteursrechten en naburige rechten oftewel royalty’s én door merkrechten en handelsnaamrechten. Denk aan merchandise van de artiest als merk, zoals parfum van Elizabeth Taylor of petjes met Tupac Shakur. Of auteursrechten op een boek van Albert Einstein, of een woordmerk op zijn naam. Maar ook uit alle films waarin Elvis speelde. Daar komen nog steeds royalty’s uit voort, vanwege de openbaring en verveelvoudiging van die films op internet en televisie.

Hoe zit het met auteursrechten, filmrechten en merkrechten?

De auteursrechten op werken zoals muziek of boeken gelden tot 70 jaar na de dood van de maker, daarna komen ze in het publiek domein. In het geval van Elvis naar Nederlands recht tot het jaar 2048, in het geval van David Bowie tot 2087. Heel lang dus. Bij film geldt de wettelijke beschermingsduur doorgaans tot 50 jaar na release van de film. De merkrechten aan de andere kant gelden 10 jaar en moeten daarna worden verlengd, maar u kunt tot in de eeuwigheid blijven verlengen.

Direct na overlijden zien we een piek in het geld dat er wordt gegenereerd door exploitatie van de rechten, zoals recent bij David Bowie, Prince en Avicii.

Meer lezen

CPO Seminar Muziek & Recht Concertgebouw Amsterdam

Postacademisch onderwijs aan advocaten, rechters en hoogleraren over het muziekrecht

Op maandag 16 april 2018 organiseerde het Centrum voor Postacademisch juridisch Onderwijs (CPO) van de Radboud Universiteit Nijmegen een seminar over het Muziekrecht. Ik gaf daar een postacademische cursus muziekrechten en muziekcontracten. Het CPO verzocht mij enkele maanden eerder om de cursus ook muzikaal te omlijsten. In het Concertgebouw in Amsterdam. Hieronder een terugblik op dit bijzondere juridische event.

Het was me al snel duidelijk: voor deze cursus was veel muziek nodig.

Publiek Domein Quiz

Mijn idee voor de Publiek Domein Quiz was als volgt: Ons CPO ensemble zou live enkele bekende thema’s van klassieke en populaire muziekwerken aan het publiek voordragen. De cursisten moeten vervolgens raden om welk stuk het gaat en wie de componist is. Zodra we er achter zijn gekomen wie de componist is, mag het publiek haar hand opsteken als men denkt dat het werk zich in het publiek domein bevindt, of dat het in Nederland nog wordt beschermd door het auteursrecht. We deden dit in 2 blokken, 1 voor de pauze en 1 na de pauze. In de pauze speelden we integraal:

O Magnum Mysterium - Tomás Luis de Victoria (Spanje, c. 1548 - 1611). Publiek domein.

Er moest dus een klein orkestje komen. Het lukte gelukkig om een kwartet samen te stellen dat bestond uit 2 beroepsmuzikanten en 2 dubbelgeschoolde juristen. Dit ensemble - met op papier een ongelooflijke staat van dienst - deed mij ergens denken aan het Prinsengrachtensemble, waarvan ik 25 jaar geleden met veel plezier deel uitmaakte. Ook als klarinettist. En ook interdisciplinair in die zin dat het bestond uit (tamelijk) muzikale juristen.

Meer lezen